Twaalf jaar is ze nu alweer gevestigd in Xiamen met haar Chinese European Art Center (CEAC) voor hedendaagse kunst. Een ongeplande actie was het destijds, maar het resultaat mag er zijn. CEAC heeft een naam opgebouwd zowel in China als erbuiten. Zes kunstenaars zijn er permanent in ‘residence’, veel uitwisselingen hebben plaatsgevonden. Ineke Gudmundsson kijkt tevreden terug op die jaren. ‘Erg leuk en spannend allemaal’. Nu echter vindt ze het tijd om de galerie over te dragen aan China. Geledraak sprak met haar in Xiamen.
Dat Ineke Gudmundsson in Xiamen belandde was toeval. Haar man Sigurdur Gudmundsson, IJslander en beeldhouwer, was op zoek naar goed graniet voor een opdracht. China lag voor de hand en na een lange zoektocht langs de oostkust bleek het beste graniet uiteindelijk te vinden in Xiamen. De plek had direct een grote aantrekkingskracht en het echtpaar huurde er voor langere tijd een huis, zodat Sigurdur zijn tweede roman kon schrijven.
Voor Ineke brak een periode aan van veel boeken lezen, maar vooral van zeeën van tijd. Ze kwam in contact met docenten van het Xiamen University Art College. Die klaagden erover dat er in de stad geen echte galerie voor hedendaagse kunst was. Hoewel ze nooit in haar leven het idee had gehad een galerie te beginnen, kwam in Xiamen het een van het ander. Afspraken werden gemaakt, en ze kon al snel beschikken over een expositieruimte in het Art College waar vrije schilderkunst en beeldende kunst werd getoond.
Dwingende afspraken over wat wel en niet mocht worden geëxposeerd waren er niet. Maar dat hedendaagse kunst gevoelig onderwerp was merkte ze wel. ‘Studenten mochten soms niet met mij praten omdat de docenten bang waren dat ze door mij werden beïnvloed. De begintijd was opmerkelijk: Het Art College wist niet goed waar ze aan begonnen waren, en ik eigenlijk ook niet’.
‘Het eerste jaar verliep uitstekend, maar financieel was het problematisch. Het geld was snel op. Ik heb toen geprobeerd bij de Nederlandse overheid aan te kloppen, maar die gaf op dat moment niet thuis. Het standpunt van toen (kritisch, vanwege de mensenrechtensituatie) was heel anders dan nu: de Nederlandse overheid staat nu geheel achter het CEAC en heeft ons diverse keren financieel gesteund met speciale grote tentoonstellingen’.
'Ik heb na dat eerste jaar andere wegen gezocht en ben een artists in residence programma gestart. Dat betekent dat kunstenaars, ook overigens musici, een tijdlang in Xiamen kunnen wonen en werken. Daardoor ontstonden ook uitwisselingen met instituten als de Gerrit Rietveld Academie en het Sandberg Instituut ook met diverse universiteiten in Belgie en Engeland. Dat stelde ook Chinese studenten in staat in Nederland en in andere landen te studeren en te exposeren’.
'Het Fonds voor beeldende kunsten BKVB heeft vele van de Nederlandse kunstenaars financieel ondersteund die voor een aantal maanden naar het CEAC kwamen om hun werk te realiseren en te exposeren, en lezingen te geven voor de studenten van het Art College. Ook de Rijksakademie kwam twee keer op bezoek met zijn participanten en die hielden een tentoonstelling en lezingen samen met de studenten van de Art College'.
De galerie was aanvankelijk geheel op Europese kunstenaars gericht, maar inmiddels komen de kunstenaars uit alle delen van de wereld ook verschillende overseas Chinese kunstenaars uit de USA en Canada zijn in residentie geweest het liefst zou Gudmundsson meer overseas Chinese kunstenaars in huis hebben, ‘dan is er echt een diversiteit en goede mix van culturen’.
Blij is Gudmundsson ook met het effect dat de galerie heeft op de lokale bevolking. Mensen zoeken ons op. Ouders bijvoorbeeld vragen advies over hun kinderen, laten tekeningen zien: ‘hebben ze talent? ‘. Vaak blijkt dat die ouders drie PC’s in huis hebben, vol met educatieve tekenprogramma’s voor hun kind. Meestal zeg ik hen: laat ze lekker spelen met papier en kleurpotloden en ga met ze naar buiten, bijvoorbeeld naar het strand zodat ze heerlijk met zand en water kunnen kliederen. Daar krijg je creatieve kinderen van. Chinese ouders hebben nu veel belangstelling voor de creatieve ontwikkeling van hun kinderen en vragen geregeld advies.
Ineke Gudmundsson vindt het tijd worden (‘ik word ook wat ouder’) om het CEAC in Chinese handen over te dragen. Met als droom uiteraard ‘dat het CEAC in de toekomst nog lang mag voort bestaan en dat ik nog enkele jaren advies mag geven’. Inmiddels heeft het CEAC heeft sinds februari dit jaar een nieuwe directeur Mrs. May Leelan, en is Gudmundsson senior director.
CEAC, 3rd Floor, Siming South Road 400, Xiamen city, http://www.ceac99.org/
Bill Aitchison in CEAC met insstallatie: The customer is always wrong
De expositieruimte van CEAC, net buiten de campus van de universiteit Xiamen
|